Na een gevangenisstraf wegens drugshandel te hebben uitgezeten keert Vincent Franke terug naar zijn appartement. Hij is niet alleen drugshandelaar maar ook een gebruiker en is eigenlijk voortdurend onder invloed. Kort na zijn vrijlating krijgt hij bezoek van zijn vriend Marko die een vrouw bij hem achterlaat. De vrouw, die zich Maria Magdalena noemt, mag onder geen beding zij appartement verlaten.
Je kunt onmogelijk het verschil tussen twee soorten heroine zien, zolang het om halfslachtig geproduceerd spul gaat dat een redelijk, halfslachtig effect teweegbrengt. Maar als het echt iets speciaals is, als heroine op zo’n zuivere, onversneden wijze tot stand is gekomen dat God zelf zich ermee bemoeid lijkt te hebben, ligt er een gloed overheen die wit en maagdelijk is als een ongebruikte bruidsjurk.
“Hoeveel?” vraagr Ted.
“Heel veel”, antwoord ik. Ted laat zijn tong langs zijn lippen gaan alsof hij zichzelf wil bevredigen.
“Hoeveel?” vraagt hij weer.
Maria heeft een treffende gelijkenis met Vincent’s jeugdliefde Felicia. Onder invloed van drugs en door de aanwezigheid van Maria komen er herinneringen aan Felicia boven en ontstaat een voorzichtige vriendschap tussen de twee.