BloedlijnWorldCat•LibraryThing•Google Books•BookFinder Na een rustpriode van een half jaar hervat rechercheur Jessy Haider haar werkzaamheden bij de politie in Maastricht. De rustperiode volgt op de dood van haar zoon Nick, die door psychopaat Rolf Brezinger op gruwelijke wijze om het leven werd gebracht. Vrijwel direct wordt Jessy geconfronteerd met de dood van de zestienjarige Kim van Brugge. Zij werd met opengesneden polsen door haar vader gevonden in de boomhut op het terrein van de kwekerij van de familie. Alles wijst op zelfmoord maar Jessy is daar niet meteen van overtuigd. Kim leek een mooi en succesvol leven voor zich te hebben en de ouders reageren bij de eerste ondervraging merkwaardig. Reden genoeg voor Jessy om zich verder in de zaak te verdiepen.
Naarmate het onderzoek vordert groeit bij de Jssey ook ongerustheid over Marc. Hij is haar ex-partner en vader van zoon Nick en zij hadden een afspraak gemaakt om Nick’s as uit te strooien maar Marc verschijnt niet op de afgesproken dag en zijn mobieltje staat uit. Daarnaast wordt ze ook geconfronteerd met dreigbrieven die Brezinger haar stuurt. De psychopaat is ontsnapt uit de gevangenis van Breda en zint op wraak. En de brieven over zijn kunstwerken, zoals hij zijn moorden noemt, voorspellen niet veel goeds.