
Sussex 1912. Op de avond voor het feest van Sint Marcus komen de mannen van het dorpje Fishbourne bijeen op de begraafplaats van de kerk van St. Peter en St. Mary. Het bijgeloof zegt dat op deze avond de geesten van diegenen die in het komende jaar zullen sterven zichtbaar zullen worden. Connie Gifford is haar alcoholische vader Crowley naar de begraafplaats gevolgd en kijkt vanaf een afstand toe. Ze vangt een glimp op van een vrouw die vage herinneringen bij haar oproept.
Connie woont met haar vader in Blackthorne House een vervallen landgoed waar zij zich bezighouden met het opzetten van vogels. Kort na de huiveringwekkende taferelen op het kerkhof ontdekt Connie in het moerasgebied waarin Blackthorne House staat, het lijk van een vrouw, drijvend in het water. Ook deze vrouw roept een vage herinnering op aan een schokkende gebeurtenis uit haar jeugd en die uit haar geheugen gewist lijkt te zijn.