Birgittagården is een tehuis voor jonge vrouwen met gedragsproblemen. Op een nacht wordt een van de patienten in de isoleercel vermoord. Zij wordt gevonden met de handen voor de ogen. In een van de bijgebouwen wordt de verpleegster die die nacht dienst had eveneens vermoord gevonden.
Joona zet de laatste passen naar de muur en zakt naast een koelelement op zijn knieën. De schaduw van de achtervolger verplaatst zich tien meter verderop over de betonnen vloer.
De tijd begint te dringen.
Nog even en de man met de prothese heeft hem gevonden. Joona schuift opzij en ziet dat de buis op de grond van plastic is. Het is een waardeloos wapen. Hij staat op het punt weg te lopen als hij ontdekt dat er wat gereedschap in de oude emmer zit. Drie schroevendraaiers, een nijptang en een mes met een kort, sterk lemmet.
Joona haalt het mes voorzichtig uit de emmer, metaal schraapt langs metaal, het lemmet glijdt langs de benen van de nijptang.
Hij probeert de bewegingen van de achtervolger te duiden op basis van het geluid van zijn stappen en begrijpt dat hij moet maken dat hij wegkomt.
Commissaris Joona Linna is onderwerp van een intern onderzoek. Hij is niet op non-actief gesteld maar hangende het onderzoek wel beperkt in zijn taken. Hij mag bij dit moordonderzoek alleen als waarnemenr optreden.