In een week tijd worden hoofdinspecteur Evert Bäckström en zijn team geconfronteerd met drie zaken die hun onverdeelde aandacht opeisen. De oude mevrouw Linderoth wordt beschuldigd van dierenmishandeling en de enige getuige wordt zo ernstig bedreigd dat zij haar verdere medewerking aan het onderzoek staakt. Verder raken twee rugridders, zoals Bächström de twee mannen noemt, met elkaar in gevecht en verwondt de ene de andere met een kunstcatalogus. En als laatste wordt advocaat Thomas Eriksson dood in zijn huis aangetroffen, doodgeslagen met een stomp voorwerp. Vooral de moord op de advocaat stemt Bäckström tot grote tevredenheid maar alles bij elkaar zijn de drie gebeurtenissen zeer onwelkom omdat zij de dagelijkse routine van de hoofdinspecteur in ernstige mate verstoren. Hij houdt iedere ochtend een teambespreking om de voortgang van het onderzoek met zijn medewerkers te bespreken. Daarna trekt hij zich meestal terug voor een hapje, een drankje en een middagslaapje. Die medewerkers beschouwt hij als een stelletje incompetente randdebielen met uitzondering van Jenny Rogersson die altijd een strak topje draagt wat voor de nodige onrust in Bäckströms supersalami zorgt.