
Teodoro Avelar Guimarães is een student medicijnen die zijn tijd het liefst doorbrengt in de snijzaal van het ziekenhuis. Hij ervaart het werken met Gertrudes, een dode vrouw die haar lichaam ter beschikking van de wetenschap heeft gesteld, als een bijzondere ervaring. Hij heeft een speciale band met haar. En vindt troost in zijn onbegrepen bestaan. Téo woont bij zijn invalide moeder die van hem en een rolstoel afhankelijk is. Op een dag begeleidt hij zijn moeder naar een feest en daar ontmoet hij Clarice Manhães, een vrijgevochten jonge vrouw die filmscenario's schrijft. Téo is meteen geobsedeerd door deze fascinerende vrouw en hij dwingt haar met hem op reis te gaan om samen perfecte dagen te beleven. Hij wil haar helemaal voor zich winnen en gaat daarbij nogal vreemd te werk. Gestoord zou iedereen zeggen maar voor Téo is het allemaal heel normaal.