Het vuurpaleisWorldCat•LibraryThing•Google Books•BookFinder Ergens in Het vuurpaleis schrijft Stephen Dobyns: “Als er in een klein plaatsje een gruwelijke misdaad plaatsvindt, is dat een tragedie. Vindt er nog een plaats, dan is dat een vloek.” Brewster is zo’n klein plaatsje, er gebeurt heel wat en de vloek wordt al snel voelbaar. In een letterlijk onbewaakt ogenblik verdwijnt een baby uit het plaatselijke ziekenhuis en in het bedje vindt de verpleegster een slang, een verzekeringsagent wordt vermoord en gescalpeerd, een jong meisje verdwijnt en blijkt zelfmoord te hebben gepleegd. En daar houdt het niet mee op.
De slang, de scalp en een troep bloeddorstige coyotes maar vooral het geroddel en de angst van de plaatselijke bevolking voor het onverklaarbare, zorgen ervoor dat al snel de beschuldigende vinger wordt uitgestoken naar satanisten, heksen, neoheidenen, wicca’s en andere alternatieven groepen. In het schemergebied tussen het bovennatuurlijke en de aardse realiteit ontwikkelt zich een complexe zaak die inspecteur Woody Potter en zijn team maar moeilijk kunnen ontrafelen.